16 mei 2017 - Reisverslag uit Ostabat-Asme, Frankrijk van helma onderweg - WaarBenJij.nu 16 mei 2017 - Reisverslag uit Ostabat-Asme, Frankrijk van helma onderweg - WaarBenJij.nu

16 mei 2017

Blijf op de hoogte en volg helma

16 Mei 2017 | Frankrijk, Ostabat-Asme

16 mei 2017. Het gerommel begint al als het nog helemaal donker is. Sommigen kunnen alles op de tast en hebben keurig netjes alles in stoffen zakjes. Dus geen gekraak, gepraat of anderszins. De kamer stinkt als een otter ondanks dat ramen en deuren open stonden. Een van de heren heeft een blikje vis geopend in zijn rugzak zitten. Mannen?
Ik trek me lekker terug in de frisse ochtendlucht terwijl half Frankrijk zich rondom het koffieapparaat heeft opgesteld en niemand eigenlijk iets doet behalve erg veel kletsen. Dat Nederland, Duitsland en Noorwegen op hen staat te wachten, lijkt ze niet te deren of het valt ze misschien niet eens op. Als ik ook aan mijn ontbijt wil beginnen zit er nog geen schot in het koffiemachine gebeuren dus dring ik maar voor. Daar zijn de fransen blijkbaar niet van gediend. Maar hoe raar, dat zeggen ze tegen elkaar en niet tegen mij. Ondertussen geef ik de ruimte aan Duitsland en Noorwegen en die moeten er wel om lachen.
Hartelijk afscheid van Simone. Zij zal mijn pakket opvangen als het komt en aan Claudine bagagevervoer meegeven. Wat een schat! De mannen vertrekken als eerste en ik volg al snel. De mannen lopen via het dorp terwijl er meteen na de gite ook een afslag is. Ik weet iet meer welke route ik de vorige keer liep, dus sjouw ik naar achter de mannen aan. In Arroue is niets te doen, er wordt alleen aan de weggewerkt. De kerk is nog gesloten. Een meisje wacht op de bus en doodt haar tijd met postersplakken voor een evenement. Een kudde koeien draagt bellen en dat klingelt zo mooi in de ochtend. Jammer alleen van het langscrossende woon- en werkverkeer. Het gaat heuvel op en heuvel af en dat voor een best wel lange tijd. Ik haal wat mannen in en even later zijn mij weer. Het wordt steeds warmer, zelfs drukkend. Ik ben wel blij dat ik mijn rugzak niet bij me heb maar zo'n bungeltasje is ook niet alles. Volgende keer een betere meenemen. Zo leer ik telkens wat.
Keurig volgens het routeboekje ben ik qua tijd bij het kapelletje waar ik 3 jaar geleden een baskische mis heb bijgewoond. Hoe graag had ik dat nu ook weer gedaan..... het groepje mannen voor mij nemen de afslag niet. Ik wel. Ik stuit op een man en vrouw en vraag of het kapelletje open is. En dat is het dus niet. Teleurgesteld loop ik terug naar de route.
Ik kom langs het huis van de joodse mensen waar ik 3 jaar geleden werd uitgenodigd voor een maaltijd met gratis bekeringsadviezen. Het zitje in de tuin waar we aten ziet er vervallen uit en het huis lijkt leeg te staan.
Onderweg veel bouwsels (ik weet de naam er niet voor) waar ze maiskolven in drogen die ze in de winter aan de dieren geven. Veel ervan zijn in verval. Ik kom een man achterop die goed engels spreekt. Hij is in Bussum geboren en op zijn 5e naar Grenoble verhuisd. Hij kan zich nog herinneren dat hij met zijn moeder naar een markt ging om alles voor haar te vertalen.
Tegen half 11 kom ik de mannen weer achterop. Ze staan te praten met een oude vrouw in mooi gebloemd oma-schort. Ze discussieren over een reclamebord waarop melding wordt gemaakt van een splitsing. De ene weg is naar links via Uhart-Mixe en een gelegenheid voor eten en drinken de andere weg is langer en hoger en komen allebei uit bij het kapelletje van Sohaira (of zoiets, het routeboekje is al op de post). En daar wil ik perse naar toe. Het pad naar Uhart-Mixe is een gleuf waar mijn voeten niet naast elkaar inpassen. Het is meer een pad voor fietsen, die hebben smallere banden dan mijn voeten breed zijn. Het loopt dwars door weilanden waar boeren druk zijn om het hooi droog te krijgen. Ik zie in de verte de berg met het kapelletje al. Dat wordt nog een hele klim. Uhart-Mixe is een klein dorpje met een mooie kerk. Die torent boven alles uit en doet een beetje Oostenrijks aan. Ik kom het dorp binnen over een watertje en een kast van een kasteel. Prachtig! Dwars door het dorp loopt een drukke weg met daar de gelegenheid voor eten en drinken. Het groepje mannen is al gearriveerd en zit op het terras. Een paar zijn aan het zoeken naar de ingang maar het is natuurlijk weer eens gesloten. Gemopper alom. Een ieder eet en drinkt wat op het kerkplein van meegebrachte spullen. Juist op dat moment begint een gemeentewerker het gras te maaien met zo'n heen en weer zwiepding. We komen in het stof, rondvliegend gras en motorolie lucht te zitten. Sommige mannen geven het niet op en maken een rondje rondom de gite maar nergens een teken van leven. Nadat de kerkklok 11 heeft geslagen besluit ik verder te gaan. De fransman met Nederlandse roots loopt met mij op. We zwijgen. Al snel komen we de bordjes tegen op de splitsing naar Ostabat en het kapelletje bovenop de berg. Ik ben bang dat het een hele klim wordt in de hitte maar vanmorgen liep ik het andere kapelletje ook almis, dat laat ik me nu niet weer gebeuren. De nederlandse fransman kiest ervoor om meteen naar Ostabat door te lopen. Ik ga de berg op. Ik kom nu alleen van de andere kant, hoe grappig. Maar dat valt me alleszins mee en voor ik het weet ben ik boven. Een paar mensen uit de gite van gisteravond zitten er ook al voor hun lunch. Het is er prachtig maar niet zo overweldigend als de vorige keer. Ik kan de bergen goed zien maar het blijft er bloedheet ondanks dat ik flink wat meters heb geklommen. Er is heel weinig schaduw maar gelukkig kan ik nog een klein plekje vinden. Eerst maar eens genieten van alles wat ik zie. En dat zijn vooral veel enorme roofvogels die de valleien afstruinen op zoek naar prooi. Ze lijken systematisch rondjes te cirkelen en vliegen laag over onze hoofden. Grote schaduwen makend op de plek waar ik zit. Ik probeer het te filmen en op de foto te zetten maar dat lukt met de zon erop helemaal niet. Het is wel prachtig om te zien. De groep wordt steeds groter en iedereen strijkt neer voor de lunch. Ook Maite komt steunend en puffend aan de top. Voortdurend pratend in zichzelf. Ze ploft naast mij neer. Ik wil vragen hoe het met haar gaat maar ik krijg er geen woord tussen. Grappig mens is het toch. Er is ook een fietser de berg opgekomen. Beetje vreemd want hij heeft gewone kleding aan, niet echt een fiets waar je een berg mee beklimt en hij zweet niet eens.
Na een uur daal ik maar weer af naar beneden. Onderaan is gelukkig veel schaduw maar ook veel schapenpoep met vliegen. Ik cirkel een bos door met veel open plekken en kom de fietser van daar net achter op. Hij is met een laptop bezig. Zijn fiets verspert het pad maar via een olifantenpaadje passeer ik hem. verderop in het bos hoor ik hem praten maar hij zal echt niet met die fiets dit pad kunnen nemen. Ik ben benieuwd of hij mij nog achterop komt. Het is niet ver meer naar Ostabat maar de warmte maakt de weg wel lang. Ik kom bij het paadje dat een tunnel is geworden door de begroeiing. Halverwege is het een flinke modderpoel die ik amper kan zien in het donker. En dan schrik ik me half dood: staat er ineens een schaap midden op het pad dat net zo hard van mij schrikt als ik van haar. Ze wil terug het weiland in maar dat lukt niet omdat de wand te steil is. Het is gewoon een muur. Bovenaan de muur staan haar groepsgenoten en samen maken ze een schapenkoor dat zielig mekkert omdat ze elkaar kwijt zijn. Het schaap loopt voor mij uit en op een wat breder stuk op het pad kan ik het passeren. Ik ben nog geen 10 meter verder, valt er een schaap letterlijk uit de muur. En daarna nog een en nog 1. Plots staan er 4 schapen voor me. Ze denderen langs me heen. Aan het eind van de tunnel staat ook nog een schaap, het loopt wat moeilijk en probeert voor me uit te rennen. Tot we in het dorp zijn. Ik weet niet waar het gebleven is.
In het verleden was Ostabat een belangrijke plaats voor pelgrims. Vooral omdat er een groot pelgrimshospitaal was (en daar waren er nogal wat van op de camino) maar het is nu een doods dorp. Ik kom natuurlijk wel weer tijdens de siesta binnenwandelen maar niets geeft blijk van leven buiten de siesta. Ik zoek het doorgaande pad maar kan het niet vinden. Per ongeluk maak ik een rondje dorp. Middenin het dorp staat een cafeetje. Een hardhorende pelgrim doet er zijn lunch. Ik schuif bij hem aan. Hij zegt dat hij nog geen slaapplaats heeft. Misschien kan hij bij "de zingende bask" nog een plekje vinden. Ik drink een bak koffie en de vriendelijke bareigenaresse vult mijn waterfles weer aan met heerlijk koel water. Zij wijst mij op de gite die vanuit het dorp duidelijk zichtbaar is. Op voor de laatste 800 meter. Er zitten al aardig wat mensen te wachten tot de gite open gaat. Ruim voor 3 uur komt de dochter naar buiten. In vriendelijk frans roept ze de namen af en neemt ons mee naar de betreffende dortoir. Zelfde kamer, zelfde bed. Kan vannacht lekker de deur open. Ze maakt ons nog attent op het zwembad.
De tegels en het grind zijn enorm heet, ik kan er niet op lopen. Een paar mannen liggen al in het zwembad. Voor hun is het makkelijk maar geen enkele vrouw heeft badkleding mee dus voor ons blijft het pootje baden.
Tegenover mij komen 3 baskische dames te liggen. Een daarvan doet haar best om zonder accent te praten. Ik kan haar goed verstaan. In de nis bij mijn bed staan ook nog 2 bedden. De mannen hebben hun spullen op bed gegooid en zitten aan het bier op het terras.
Er is weinig douche gelegenheid waardoor er wachtrijen ontstaan. Het is ook zo'n dagelijks gedoe, mijn huid droogt er giga vanuit en het is te warm en zweterig voor bodylotion. Wasje en meteen aan de lijn pal in de zon. Er hangt ook mannenwas, nou ja "was"? Ze hebben het uitgetrokken en holder de bolder over de lijn gegooid. Het stinkt een uur in de wind. De sokken hangen stijf van het vuil en hebben weken lang geen schoonwater gezien, zo te zien. Gelukkig is er in Santiago het wierookvat. Ik kom wat bij op bed, daar is het in ieder geval koel. De dames aan de overkant hebben de grootste lol om filmpjes op hun telefoon of voeren luide telefoongesprekken.
Af en toe loop ik naar buiten om even te pootje baden in het zwembad. Ik hoor schapen met vellen maar zie ze niet. op de flanken van de heuvels en bergen zijn boeren om het hardst bezig om het gras droog te krijgen. Morgen wil het gaan regenen. Plots loopt er een moederkat met een jong in haar bek van voor tot achter over het terras. Onder de stoelen van de drinkende mannen door en verdwijnt om het hoekje. In de loop van de avond zal ik haar nog minstens 4 keer zien wandelen met een jong. Ik achtervolg haar en ze heeft een nieuw nest gevonden in het schoenenhok voor wandelaars. Daar staat een doos met oude kranteproppen voor als er iemand natte schoenen heeft. Grappig. De drinkende mannen hebben de grootste lol en het aantal flessen van verschillende soorten drank groeit gestaag.
om 19.00 uur luidt de etensbel. Ik zit aan tafel naast een man die vertelt dat hij uit Maastricht komt maar hij spreekt geen woord nederlands. Als ik er naar vraag zegt hij dat hij in een klein dorpje in Belgie woont, 20 km vanaf Maastricht. Raar dat je dan niet een beetje nederlands kan. Het zal de taalstrijd wel zijn. Tegenover mij 2 franssprekende mannen die ook belgisch zijn. Daarnaast de 3 baskische vrouwen. De 3 belgen hebben de hele middag zitten pimpelen en vechten om het hardst om de aandacht van de 3 baskische vrouwen die het allemaal geweldig lijken te vinden. 2 duitse dames naast mij zeggen het genant te vinden en houden zich erg afzijdig. Wrs denken de belgen dat er geen franstaligen verder aan tafel zitten want de ene schuine opmerking na de ander vliegt over tafel. Wanneer de oude gite eigenaar zich laat zien schreeuwen de belgen om het hardst dat hij moet zingen. De oude baas laat zich niet van de wijs brengen en maakt met iedereen kennis en heet ze welkom. De vorige keer zong de man bijna het hele diner door maar hij heeft het gereduceerd tot 2x een baskisch lied. Hij is ook 3 jaar ouder geworden. Hij vraagt de baskische dames mee te zingen maar die zijn te druk met de aangeschoten belgen die helemaal niet aan eten toekomen.
Wanneer er koffie en thee geserveerd wordt zoek ik mijn heil in de rust buiten. Een van de belgen komt net van zijn kamer af en moet zich steunend aan tafels en stoelen staande houden. Hij is gewoon dronken. Vanuit de eetzaal klinkt applaus; een grote forse duitser heeft zo genoten van zijn camino dat hij iedereen wat te drinken geeft op het terras. Wanneer iedereen buiten is en er een toast wordt uitgebracht zoek ik de duitser op. Morgen eindigt zijn camino. Hij moet naar huis want hij heeft een zaak in iets met gastronomie. Daarnaast heeft hij een gezin. Hij prijst zichzelf gelukig met een lieve vrouw, 2 dochters die allebei in het vak zijn gekomen en ook nog 2 schoonzonen die zijdelings in het vak werkzaam zijn. Misschien komt hij nog eens terug op de camino om ooit in Santiago aan te komen. Ik gun het hem zo!
Na de borrel wordt het gezelschap langzamerhand kleiner. Een ieder zoekt zijn bed op. Ik ook. De belgen niet. Die borrelen nog even door.
Ik lig al bijna te slapen als een van de baskische dames haar rolkoffer gaat reorganiseren. De andere 2 staan op het terras te dansen op jazz muziek. Wanneer dat ook ten einde is, komen ze luidzingend binnen en liggen met hun drieen om het hardst te lachen op het bed van een van hun. Een fransman in de hoek van de kamer roept hen aan maar ze horen het niet. Ik doe ook een poging en die lukt. Wrs verheugt het bij hen alleen maar de feestvreugde want aan het gelach komt maar geen einde. Ik ben er helemaal klaar mee maar op dat moment komen de 3 belgen binnen stommelen. Ze staan erg onvast op hun benen. De baskische dames zijn plots helemaal stil.
2 van de belgen liggen in de nis naast mij, de ander aan mijn andere kant. Ze zijn zover heen dat ze hun kleren uittrekken en in hun onderbroeken door de kamer wandelen en de kleren in een kast leggen naast het bed van een van de baskische dames. Ze hadden zichzelf eens moeten zien..... 60 plus en op meiden jacht. Daarna trekken ze alle 3 hun medicijnkast open en gaan er handen vol pillen naar binnen. Zouden belgen ook zo'n last hebben van stress?
Wanneer het snoepkwartiertje achter de rug is trekt een van de belgen de stekker van mijn telefoon uit het stopcontact bij mijn bed. Isie nu helemaal belaaitafelt? Ik
Wijs hem erop dat het mijn telefoon is en dat hij zelf een stopkontakt naast zijn bed heeft. Op een zeikerige toon zegt hij mij na. Met veel kabaal gaat hij opzoek naar zijn eigen stopcontact. 2 tel later liggen ze allebei met tablet in bed waarbij de een meteen in slaap valt en de ander hem telkens wakker maakt vanwege snurken maar even later snurkt hij om het hardst mee. Ik schop een paar keer tegen beide bedden. Helaas is het resultaat nul komma nix.


  • 19 Mei 2017 - 17:50

    Henk Uut Raolte:

    Wat zul je heerlijk slapen als je weer thuis bent. Dan zonder al dat gesnurk en gestommel om je heen. Weer een paar mooie verslagen gelezen. Je maakt er wel werk van. Succes verder.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

helma

Actief sinds 24 Maart 2014
Verslag gelezen: 394
Totaal aantal bezoekers 199706

Voorgaande reizen:

15 April 2014 - 15 September 2014

de weg naar Santiago de Compostela

Landen bezocht: