dag 54: van Sezanne naar Anglure - Reisverslag uit Anglure, Frankrijk van helma onderweg - WaarBenJij.nu dag 54: van Sezanne naar Anglure - Reisverslag uit Anglure, Frankrijk van helma onderweg - WaarBenJij.nu

dag 54: van Sezanne naar Anglure

Door: helma

Blijf op de hoogte en volg helma

07 Juni 2014 | Frankrijk, Anglure

Zaterdag 7 juni.
Het is al warm als ik naar de ontbijttafel ga. Jammer dat het ontbijt pas vanaf 8.00 uur is. Ik had gewoon beter moeten plannen en gisteren gewoon mijn eigen ontbijt moeten halen. Dan had ik wel een uur eerder op weg gekund. Maar dat is achteraf. De eigenaresse van het hotel rekent routineus af en een stempel wil ze ook nog wel zetten. Met een merci en bon journee gaan we uit elkaar. Een stuk verder is een supermarkt en het wemelt van de bakkers. Eerst maar inkopen doen en vooral water. Dat zijn weer extra kilo's en ik voel het aan mijn knieën. Wanneer ik de supermarkt uitkom krijg allemaal berichtjes binnen, ook oude voicemail berichten. Raar. Om 10.00 uur ben ik bijna het stadje uit en al drijfnat van het zweet. Pijpen af en drinken. Ik pak de "gezondheidsroute" bij het zwembad door een mooi bos dat uitkomt in een boomgaard. Langs de bosrand moet ik verder. Het laatste stuk is bijna geen doen. Het gras staat hoger dan dat ik groot ben en mijn sokken lopen vol met allerlei rommel van gras, pluizen etc. .
En ben ik de weg kwijt. Een man die er driftig gymnastiek oefeningen doet heeft van het gehucht Tuillerie nog nooit gehoord. Wel kent hij het volgende dorpje Vindy. Dan maar daar naar toe want dat ligt ook op de route. En om het hoekje ligt Tuillerie, het is een naam van een huis. Ik neem maar even pauze en geniet van het uitzicht over de wijngaarden en in de verte een kerk met een paar huizen eromheen. In Vindy is niets te doen. Een flesvormige put markeert de grens tussen 2 soorten brie of zo en voor ik het weet ben ik het dorpje al weer uit en zijn de wijngaarden weer overgenomen door immense graanvelden. Een oud stationnetje lijkt verloren te liggen tussen het graan aan de in onbruik geraakte spoorlijn die ik de rest van de dag zal volgen. Het volgende dorp is Saudoy, uitgestorven op kookgeuren van een stevige Franse lunch en een klaterende fontein na. Ik hou even mijn polsen in het heerlijke koele water. Geen bordje of het water ook te drinken is, het lijkt verre van schoon dus waag ik me er maar niet aan. Ik moet om het eeuwenoude kerkje dat ook al stevig aan het vervallen is. Een kapotgegaan glas-in-lood raam is gewoon dichtgemetseld tot het punt dat het glas nog redelijk gaaf is. Zo lost men dat hier op. Na Saudoy moet ik de oude spoorlijn blijven volgen door de graanvelden heen. Het is erg eentonig en flink warm. De bewolking lijkt wel steeds dikker te worden. Rond lunchtijd ben ik bij Barbonne-Fayel. Helaas zegt de route dat ik juist verder moet door de velden terwijl ik ondertussen wel behoefte heb aan wat anders dan een dooie spoorlijn en graanvelden. Je komt er niemand tegen, het is er warm, nauwelijks wind. Ik vind het saai lopen. Af en toe een heuvel en erg veel vage aanwijzingen in het routeboekje. Bijvoorbeeld: ter hoogte van het gehucht huppeldepup ga je rechtsaf. Maar huppeldepup is zo klein en ligt zo ver weg achter een graanveld dat je het nooit niet zou kunnen zien. Het is tijd voor mijn pelgrimshoed want een vage koppijn komt op. Bij een moeras neem ik maar weer eens pauze. Ik kan immers pas om half6 op het slaapadres terecht. Nu loop ik een stukje in de schaduw van bomen. Heerlijk naar het blijft onverminderd warm, eigenlijk heet. Nadat de bomen ophouden moet ik verder via een asfaltweg en dat valt helemaal tegen. Ik kan ondertussen geen graanvelden meer zien en de zon mag ook wel minder. Het is ondertussen 29 graden en mijn water raakt op. Maar in de verte zie ik dan toch de silo's van Anglure. Het is ongenadig heet als ik het gemeentenaambordje kan zien en ik bezin mijn stappen te tellen. Telkens opnieuw tot 100. Maar hoe dichter ik bij het naambordje kom, hoe meer de letters helemaal niet op de naam Anglure lijken. En ja hoor er staat iets heel anders. 5 huizen bij elkaar en er wonen ook nog mensen. Een man maakt zijn auto schoon en ik vraag hem of hij wat water voor me heeft. Bien sur heeft hij dat en zijn vrouw weet al precies wat de bedoeling is. Met 2 steenkoude flesjes komt ze naar buiten. Helemaal blij vervolg ik mijn route. Een stukje verder is een klein grasveldje met 3 bomen. Ik neem maar weer eens pauze. Anglure ligt nog ruim een half uur verderop. Dat moet ik nog kunnen lopen nu ik vers water heb. Kinderen spelen een waternatgooi-spelletje en ze groeten me allemaal 1 voor 1. Na 20 minuten ga ik toch maar weer op pad en de weg lijkt eindeloos. Net als de binnenkomst in Anglure. Over een desolaat gebied met alleen maar silo's. Vreselijk. Het ligt dan ook wel buiten het dorpje maar je winst elk dorp een mooiere entree. Maar daarna volgt de bewoonde wereld en zie ik mijn slaapadres. Het ziet er doods uit ondanks het ronddraaiende bord met "bienvenue". Plakkaten geven de gewijzigde openingstijden aan. Die gelden voor het bijbehorende café. Ik wacht een half uur op het terras dat door het afdak in de schaduw ligt. Aan de overkant is het een gaan en komen van mensen die nog even snel willen pinnen. In dit godvergeten gat is pinautomaat. En het is duidelijk dat er een lang weekend aankomt want de meeste auto's zijn afgeladen vol en wel of niet voorzien van aanhanger met complete huisraad en gebak op de hoedenplank en dat laatste in de brandende zon. Ik bemerk nog geen leven in het gebouw en lees de openingstijden nogmaals. En ga twijfelen aan "sauf samedie". Ik heb geen Internet bereik en de telefoon valt telkens weg. Een man die voorbij komt zegt dat het café om 17.15 uur opengaat maar als hij de openingstijden leest zegt hij dat het ook vandaag gesloten is. Het verbaast hem ook, hij woont immers recht tegen over. Ik probeer nog maar eens te bellen maar er wordt niet opgenomen. Een vrouw van Orange gevestigd dat nog eens met haar blikken stem. Dan de contactpersoon van het volgende dorp proberen. Ook hij heeft de blikken dame van Orange ingehuurd. Aan de overkant komt een oude vrouw aansukkelen. Ook zij weet nergens een plek om te slapen. Wel een paar dorpen verderop maar dan moet ik een auto zien te krijgen want het is te ver om vanavond nog te lopen. Half jankend besluit ik dan naar naar het volgende dorp te lopen. Misschien is de contactpersoon wel gewoon thuis. Het volgende dorp is Bagneux en ligt 4 kilometer verder. Dan ben ik daar om kwart over 6. Blij met mijn water maar een dikke keel omdat ik niet zou weten waar ik anders zou moeten slapen ga ik weer op pad. Langs het voetbalveld met een lege kantine. Zelfs daar zou ik willen slapen of gewoon in de dugout. Als ik maar kan liggen. Douchen is tot daaraan toe hoewel ik mezelf flink kan ruiken. De zon is me niet genadig; hij schijnt harder dan ooit en de schaduw ligt aan de overkant van de beek. Bangeux is een klein dorpje. Een man wast zijn ramen met de tuinslang. Hij kent de contactpersoon en wijst me de weg. Het is op een boerderij waarvan de bewoners overduidelijk iets met de Campaniensis hebben. Ik bel aan maar bemerk geen beweging in het mooi boerenhuis. Op het erf staan diverse trekkers en zelfs een combine. Om het hoekje staat een man met een jongetje een dak te repareren. Ik hoop dat het de contactpersoon is. Maar het is de buurman. Hij probeert de contactpersoon te bellen en ook de het verderop in het dorp gelegen gite. Beiden lukken niet. Hij roept naar zijn vrouw en vraagt me om te lopen. Aan de voorkant van een statige boerenwoning gaat een deur open. Een jonge vrouw nodigt mij binnen en biedt eten en drinken aan. Maar ik wil alleen een bed. De vrouw begint druk te bellen en te zoeken op Internet. Het lukt allemaal niet. Ze weet zeker dat er in Anglure een gite moet zijn. Vlakbij de brug waar ik het dorp verlaten heb. Ik heb er niets gezien. De man komt binnen en bevestigt het ook nog eens. De vrouw loopt naar boven. Ze zal toch geen bed voor me opmaken? Ik wil ook wel in de schuur slapen. Als ze weer beneden komt stelt ze voor om eerst met mij terug naar Anglure te gaan om te zien of de gite bij de brug bestaat. Als dat niet zo is dan brengt ze me naar de broeders Marianisten in het volgende dorp. Ik moet huilen om zo veel zorgzaamheid maar de vrouw wuift het weg. We zitten net in de auto of mevrouw wordt gebeld. Het is haar moeder die 80 km verderop woont en voor het weekend wil komen logeren. Ze is al onderweg. Mevrouw vertelt lachend dat ze nog heel geen eten in huis heeft. En dan toch neemt ze de moeite om met mij op pad te gaan op zoek naar onderdak. Binnen een paar minuten zijn we weer in Anglure. Ze zet haar auto op zijn Frans op de oprit van de brug. Ze vindt een bel en tegelijkertijd komt er een man uit het schuurtje en een vrouw aan de voordeur. En ik zie een Jacobsschelp op de hoek van het hangen. Die heb ik een paar uur geleden dus echt niet gezien. Natuurlijk heeft ze plek. Ik kan mijn geluk niet op. Mijn weldoenster is alweer richting haar auto en wil niets weten van een vergoeding. En voor ik het weet is ze alweer weg. Mijn gastvrouw is een vrouw op leeftijd , een lieve vrouw, moeder van 4 kinderen en 10 kleinkinderen. Je ontkomt er niet aan: het hele huis hangt vol foto's van kindbruidjes die hun eerste communie doen. Ik krijg een kamer boven. Het is er heerlijk koel. Ze vraagt of ze mijn was moet doen. Dat vind ik te veel van het goede. Maar achteraf misschien wel slim. Ze vraagt of ik mee wil eten maar veel honger heb ik niet. Ik kan om 20.00 uur aan tafel. Eerst naar eens heerlijk douchen. Tegen half 8 ben ik weer een beetje boven jan en frisgewassen mag ik buiten een sigaretje roken. De vrouw regelt mijn slaapplaatsen voor morgen. Dan kunnen wel aan tafel. Ze heeft een pelgrimsmaaltijd met veel groenten en verse aardbeien van de boer na. Ze zegt dat ze goed weet wat een pelgrim nodig heeft. Het is een eenvoudige maar heerlijke maaltijd. Na de maaltijd gaat de man vissen en mevrouw sproeit wat in de tuin met de tuinslang. Ze zegt dat het morgen meer dan 30 graden wordt. Ze zal water voor me in de frigo zetten. Het is 21.00 uur en mijn ogen vallen dicht. Morgen om half 8 ontbijt maar nu eerst slapen. Er zijn voor vannacht flinke onweersbuien voorspeld. Ik val als een blok inslaap. Om 6.00 onweert het inderdaad maar volgens mij regent het harder dan het onweert. Tegen half 8 ontbijt en mevrouw adviseert nogmaals om tussen 12.00 en 14.00 uur te pauzeren in de koelte. Ze vraagt me een stukje in het schrift te schrijven en ik krijg een stempel en haar complimenten voor mijn keurige Franse schrijven. Nou meneer Boon: Dank u wel!! Omdat haar man al vroeg is gaan vissen neem ik alleen afscheid van haar. Lieve Mensen! Zeker een overnachting die de moeite waard is. In de editie van 2014 staan ze vermeldt. Ik geef haar een knuffel en zwaai nog een paar keer. Ik was hun 54e logee dit jaar, eigenlijk bijna allemaal Nederlanders. De man zit te vissen bij de brug. Ik zwaai naar hem en hij wenst mij bon courage, bonne route.

  • 09 Juni 2014 - 19:24

    Raimond:

    Spannend hoor, je had misschien geen slaapplaats, en dan ook nog eens geen water... Pas je wel goed op jezelf?

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

helma

Actief sinds 24 Maart 2014
Verslag gelezen: 448
Totaal aantal bezoekers 200060

Voorgaande reizen:

15 April 2014 - 15 September 2014

de weg naar Santiago de Compostela

Landen bezocht: