1 juni 2017 - Reisverslag uit San Juan de Ortega, Spanje van helma onderweg - WaarBenJij.nu 1 juni 2017 - Reisverslag uit San Juan de Ortega, Spanje van helma onderweg - WaarBenJij.nu

1 juni 2017

Blijf op de hoogte en volg helma

01 Juni 2017 | Spanje, San Juan de Ortega

1 juni 2017. Van Belorado naar San Juan de Ortega. Voor 6 uur mag niemand opstaan. Dat is nu eenmaal de regel van het huis. Dat wordt je ook meteen bij binnenkomst verteld. De regel is er om niet mee te gaan in de hype om midden in de nacht op te staan en in het donker te gaan lopen. Er moet eerst ontbeten worden. De koreanen naast en onder mij hebben het niet helemaal begrepen, denk ik want die beginen in alle vroegte al te pakken.
Ik ontvlucht de boel en geniet van de rust op het pleintje. Een kat loopt zijn rondje door het dorp en dat is ook de enige beweging die er is.
Wanneer ik weer bij mijn bed kom, is het er een drukte van belang. De koreanen zijn mog niets opgeschiten maar hebben wel een soort masker op van witte zalf. Het ene potje na het andere gaat open en de wee-ige zoete lucht is misselijkmakend zo smorgens vroeg. Ondertussen wordt het bed boven mij als een soort make-up uitstal plek gebruikt door beide dames waardoor ik nergens bij kan. Ik stel voor om dat in de badkamer te doen waarop een van de twee op de stoel naast mijn bed gaat zitten wachten tot ik klaar ben. Ik sjouw al mijn spullen maar naar de overloop zodat ik de ruimte heb.
Had gister nog oploskoffie gevonden maar het smaakt eigenlijk nergens naar. Dan naar wachten tot de eerste stop onderweg dan kan ik meteen ontbijten. Om kwart voor 7 op stap. Ik voel me goed, de voeten ook. Het is nog fris, althans de wind is fris maar dat vind ik niet erg. In de straten waar we doorheen lopen zijn tegels gelegd met de afdruk van een hand en een voet. Mij is niet duidelijk wat de betekenis ervan is. Er zitten ook kinderhandjes en voetjes bij. Aan het eind van het dorp staat een mooi groot klooster. Zoals een klooster moet zijn. De klik slaat net 7.00 uur als ik langs kom. Door een klein parkje tot het benzine station waar de guardia civil staat te praten met vrachtwagenchauffeurs. Iets verderop houdt het pad zomaar op omdat er een nieuwe rotonde is aangelegd. Maar pelgrims hebben hun eigen pad gemaakt ook al gaat dat door metershoog gras. We lopen parallel aan een drukke weg maar ik zie wel neer bomen. Zouden we dan toch een keer door een gewoon bos kunnen lopen? Volgens mij heb ik dat in Spanje nog niet gedaan. Er staan telkens wel groepjes bomen maar volgens mij staan die alleen masr op de oevers van een waterloop. Het eerste dorp is Tosantos. Op naar een ontbijt. Maar helaas daar is niets te vinden. Dus op naar het volgende dat is maar 2 km verderop: Villambistia. Bij Casa Deseos een heerlijke croissant ( ze zijn echt veel groter dan in Frankrijk) met koffie buiten in de zon.
En hup maar weer! Een belg baat een alberque uit en geeft de afstanden tot de komende steden en dus ook Santiago, op een wegwijzer gezet. Volgens hem is get nog 531 km. Volgens mijn boekje nog 546 km. Wie heeft er gelijk even verderop een bult zand bedekt met een deken van klaprozen. Zoveel en zo dikbezaaid, het is gewoon mooi om te zien.
Op naar Villafranca Montes de Oca. Weer een dorp met ooievaars op de toren. Een drukke weg loopt dwars door het dorp. Er zijn geen zebrapaden en oversteken levensgevaarlijk omdat middenin het dorp de weg 2x een bocht maakt en het zicht dus minimaal is. Vrachtwagens rijden er als gekken. En het stinkt er enorm naar slachtafval. Een deel van de lading ligt verloren op een parkeerterrein midden in het dorp. Niemand lijkt zich er druk over te maken.
We moeten naar boven klimmen. Bij een bankje houd ik ff halt want het is wel heel erg warm. De hoed moet op en ik moet een wc opzoeken. Een stel amerikanen geeft hetzelfde probleem. Aan de overkant staat een poepiesjiek hotel. Dan daar maar eens proberen. Het is een en al marmer wat de klik slaat, overal mooie zitjes en het is er heerlijk koel. Een vrachtwagen aan bagage ligt in de lobby te wachten. Ik zie geen personeel maar zonder hen vind ik ook de toiletten.
Als ik weer buiten kom vraagt de amerikaanse of het toegestaan was om naar het toilet te gaan. Als ik dat pisitief beantwoord zegt ze dat de eigenaar zelf de camino heeft gelopen en bij thuiskomst heeft gezegd dat hij altijd gastvrij zou zijn naar pelgrims. Zou dit een van die hotels zijn waar veel amerikanen overnachten. Zij kiezen vaak voor geheel georganiseerde reizen waar alles is inbegrepen. Ook het sjouwen van de rugzak die gaat gewoon met een busje mee. Het enige wat ze moeten doen is de afstand lopen. En als dat niet lukt, is een belletje naar de organisatie voldoende om een taxi te laten komen. Maar er zijn ook voldoende amerikanen die in de goedkoopste herbergen slapen en het allemaal ter plekke nog moeten uitzoeken. Het valt me wel op dat er veel amerikaanse moeders met een dochter de camino lopen.
Terwijl ik nog ff op het bankje blijf zitten, voel ik de pijnn in mijn hoofd opkomen. Snel wat pcm achterover gegooid maar het mag niet meer baten. Klimmend de Alto de Valbuena (1162 m) wordt het alleen maar erger. Ik ga een half uur op een boomstam zitten maar het werkt allemaal niet, ik krijg het er alleen maar koud van.
Ik zal toch door moeten en voel hoe mijn rechter oog langzaam dicht zakt. Ik probeer op mijn loopcadans te rusten maar daarvoor liggen er teveel stenen op het pad. Hoewel het pad als een bospad wordt omschreven is het zo vreed dat je toch voortdurend in de zon loopt. Een stuk voor San Juan de Ortega heeft iemand aan het pad gedacht om een hippypkek te creeeren. De hangmatten hangen tussen de bomen. Dat zou mooi zijn. Maar op het moment dat ik er naar toe wil lopen wordt er keihard muziek gedraaid dus loop ik maar door.
Met hangen en wurgen en beide ogen op halfzeven kom ik in San Jyan de Ortega aan. Ik heb niets gereserveerd maar kom wel langs iets dat een soort van hotel moet zijn. Het hek zit op slot dus loop ik om en gel aan. Er wordt niet gereageerd. De deur is open maar niemand aanwezig dan gaat er ineens een deur open. Het schoonmaakmeisje schrikt enorm van mij. Zij zegt dat ik naar de bar bij de kerk miet zijn voor een sleutel. Ze denkt dat er nog wel een kamer vrij is. Ze neemt me nee naar het plein voor de kerk. Daar staat een hele lange rij voor de dorpsherberg. Later lees ik dat de voorzieningen in deze herberg erg minimaal zijn. Zelfs warm water is geen garantie. Maar ze eten er wel elke avond knoflooksoep.
Er is ook een bar aan het plein. Twee broers zijn hier eigenaar van en ook van het hotel. En laten ze nu juist nog 1 kamer hebben voor 3 personen. Het maskt mij niet uit als ik maar kan liggen, al moet ik voor 10 betalen.
Ik kruip meteen in bed want indanks de warmte heb ik het koud. Een warme douche helpt ook al niet.
Ik klungel zo de hele middag door. Om 19.00 uur is er het avondeten in de bar.
Tegen 17.00 uur knap ik wat op en ga eens bij de kerk kijken. Ik weet niet hoe bijzonder die San Juan was maar morgen (2 juni) dan is er groot feest voor hem. In de kerk is men druk bezig om licht en geluid op te hangen voor de feestelijkheden. Dat is nu wel weer jammer. Ik zou wel eens een feest mee willen maken. Maar het begint pas om 12 uur. Wat moet ik morgenvroeg in hemelsnaam doen?
Tegen 6 uur kak ik weer helemaal in en besluit om niet naar de bar te gaan om te eten. Ik heb nog een appel gevonden en om 20.00 uur lig ik al diep te slapen.

  • 03 Juni 2017 - 08:18

    Gerry :

    ik wens je van harte beterschap

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

helma

Actief sinds 24 Maart 2014
Verslag gelezen: 386
Totaal aantal bezoekers 199735

Voorgaande reizen:

15 April 2014 - 15 September 2014

de weg naar Santiago de Compostela

Landen bezocht: