15 juni 2017 - Reisverslag uit Murias de Rechivaldo, Spanje van helma onderweg - WaarBenJij.nu 15 juni 2017 - Reisverslag uit Murias de Rechivaldo, Spanje van helma onderweg - WaarBenJij.nu

15 juni 2017

Blijf op de hoogte en volg helma

15 Juni 2017 | Spanje, Murias de Rechivaldo

15 juni 2017. Van Hospital de Orbigo naar Murias de Rechivaldo.
De wekker op kwart over 5. Eerst maar een bakkie galen. Twee wandelaars zitten op de trap hun schoenen te strikken. Het is nog aarde donker. Op mijn gemak maak ik me klaar voor vertrek. Ik wil vroeg vertrekken maar in het donker ben ik bang dat ik de pijlen niet kan vinden. Om 6.10 uur vertret een australische student. Hij heeft zijn eerste loopdag vandaag. Hij is jong en heeft geen flauw idee wat hem te wachten staat. Jong en onbevangen. Hij studeert voor docent spaans. Dat is dan wel weer gandig. We twijfelen beiden over de route maar plots zien we een hele colonne aankomen lopen. Onze wegen voegen zich samen.
Al snel zijn we in het eerste dorp: Valdeiglesias. Er is een bar voor ontbijt maar ik ben nog maar net onderweg en wacht liever nog een paar kilometer.
In Santibanez de Valdeiglesias dan mijn ontbijt. De croissant heeft giga afmetingen maar is zo hard dat je er iemand een gat mee in zijn hoofd kan slaan. Jammer. De koffie en de jus is daar en tegen wel weer lekker. Er komt een vrouw van 83 bij me zitten. Wat een mens en zo vrolijk. Ze krijgt bewondering van alle lopers en lijkt er van te genieten. Prachtig toch?
Na het ontbijt lopen we over een beboste vlakte. Afen toe wat schaduw maar de hitte is erg. Er valt niet tegenaan te drinken.
Er zijn wat boerderijen, het pad ligt bezaaid met geitenkeutels naar kunnen ook schapenkeutels zijn, dat weet ik niet. Volgens mijn boekje is het 11 km maar het valt mij erg mee. Plots duikt er een fatamorgana op. Iemand heeft een paradijs ingericht voor pelgrims. Er is koud drinken, veel fruit, noten en heel veel soorten thee. Er is een tuin aangelegd met hangmatten en ligbedden. En dat allemaal donativo. Een prachtig mooie man sjouwt zich een breuk met watermeloenen. Het is een prachtige plek en iedereen zou langer willen blijven maar is bang voor de middaghitte dus de stops zijn kort. Vlak voordat we afdalen naar San Justo de la Vega zit een man gitaar te spelen. Als je geld in zijn bakje doet geeft hij een persoonlijke noot aan zijn liedje voor je. Als ik 10 stappen verder ben, heeft hij zijn gitaar al weer naast zich neer gelegd.
Bij de ingang van San Just een mooi beeld van een man die drinkt bij een watertap voor pelgrims. We worden aan de kant gereden door een grote groep mountainbikers. ze rijden alsof de wereld van hun is en drukken ons gewoon het trottoir af, ondertussen druk schreeuwend naar ons. Ik begrijp er niks van. Even verderop hebben zij een ontmoetingspunt. Waarom konden ze niet even fatsoenlijk op ons wachten? Het gemopper is niet van de lucht. San Just is een langgerekt dorp. Als we aan het eind zijn is er een boerderij. Een enorme graatmagere waakhond ligt onder een golfplaat in de hitte. Zo sneu.
Om in Astorga te komen worden we buitenom achter een enorme fabriekshal geleid. Ook nu weer zo'n lelijke binnenkomst. De hitte van de stad slaat he gewoon in het gezicht. Een onogenlijke brug ( de amerikanen vinden hem
"amazing, baby") leidt ons over het spoor dat al jaren niet in gebruik is. We lopen een stuk van de kathedraal weg. Wrs om ons alle kerken te laten bezoeken maar in deze hitte is elke meter er 1 te veel. Ook voor mij want de pijn in mijn hoofd slaat weer toe ondanks de nodige pcm in de ochtend. Vlakbij de kathedraal zijn wat opgravingen blootgelegd. Prachtige mozaieken zijn bewaard gebleven.
We moeten dwars het centrum door naar de kathedraal. Terwijl ik een beetje sta te zoeken naar de ingang zie ik ineens Christien staan. Zij is zo juist aangekomen met de bus. Ik wil graag de ksthedraal in, in de hoop dat het daar koel is. Maar ik moet ook enorm nodig naar de wc. Christien stelt voor om in een cafe even wat te drinken. Goed plan. Even mijn polsen koelen onder een kraan. Daarna de kathedraal in. En dan broertje aan de lijn. Even kunnen vertellen dat het niet lekker gaat en dat misschien Santiago sneller mijn doel wordt dan het routeboekje aangeeft.
De kathedraal is niet opvallend koel. Wel mooi. Nu nog even een stofdoek er door heen en het zou nog mooier zijn.
Ik probeer wat te rusten en het lijkt te werken maar eenmaal buiten kbalt de pij net zo gard weer terug. Ik besluit een taxi te nemen naar het slaapadres, 5 km verderop. Christien is er blij mee en stapt ook in. De raxichaufdeur vertelt dat de hitte voor de tijd van tet hasr ook hier ongekend is. Normaliter ligt er zichtbasr sneeuw op de bergtoppen voor ons en zijn er erg veel beken van het smeltwater. Maar zelfs de rivieren zijn droog komen te liggen. Ik zie tijdens de rit allemaal pelgrims lopen, sommigen al flink op leeftijd en ik voel me een soort van schuldig. Maar weet ook dat het niet anders kan.
We zijn de eersten die bij de albergue aankomen. Ook hier werken vrijwilligers.
De alberge in Murias de Rechivaldo is mooi. Het heeft een binnenplaats met een toegangspoort waar eexwind heerlijk doorheenwaait. Er is een slaapzaal met stapelbedden. Ik zoek een plekje in een donker hoekje en ga liggen.
Na anderhalf uur doezelen en vreselijk kwijlen moet ik maar in beweging komen anders kan ik vannacht niet slapen. Ik lijk wat opgeknapt. Douchje en wasje. Christien gaat lunchen bij de kroeg iets verder op. Ik zal haar zo volgen.
Er is nog een streepje schaduw waar we kunnen zitten. De mannen maken erg veel lawaai en ik merk dat ik me er niet voor af kan sluiten. Ik kan Christien haar verhaal amper volgen en kan geen nederlandse woorden vinden omdat ik word afgeleid. Als we terug zijn in de albergue ga ik weer even liggen en bedenk me dat dit niet mijn camino is. Ik loop al 3 weken met pijn. Kan niet genieten van dingen en als ik me goed voel ben ik bezig met hoe lang dit gaat duren. Ondertussen een pcm verslaving opbouwend. Jankend ga ik naar Christien dat het zo niet meer gaat. Ik geef het morgen nog een kans. Mocht het morgen weer hetzelfde liedje zijn, dan neem ik de trein naar Santiago de Compostella. Ik wil de butafumero zien en dan ga ik lekker naar huis.
Met deze beslissing ga ik verslagen schrijven. Verdrietig maar wetend dat het beter is.
Christien gaat nog even naar het dorp voor wat eten voor morgen. We kunnen morgenvroeg pas om 7.00 uur ontbijten en dat vinden we te laat. Ze komt hevig ontdaan terug want de man die vanmiddag bij het cafe wat vrijpostig was naar haar heeft haar nu weer lastig gevallen. Het blijkt de dorpsalcoholist te zijn. Hij komt vaak in de albergue een biertje halen en doet er soms de tuin.
De ene vrijwilliger wil dat de andere vrijwilliger de man wegstuurt maar de man is dronken en dat zou problemen kunnen geven. De eigenaar van de albergue komt en stuurt de man weg. Christien maakt er een heel ding van. De man heeft alleen maar naar haar geroepen en nu staat de albergue op zijn kop. Ik heb medelijden met de vrijwilligster uit het dorp. Ze wil dat er over opgehouden wordt. Christien houdt niet op en de maaltijd is eigenlijk verpest. Ik spreek haar daar op aan en dan dringt het tot haar door.
Zij gaat morgen voor het eerst weer lopen. Als dat morgen niet goed gaat, pakt zij ook de trein naar Santiago. Ik zou dat dan wel prettig vinden want om alleen daar uit de trein te stappen en op zoek te gaan naar de kathedraal lijkt me niet leuk.
We zullen zien.
De hele middag scharrelt er al een oudere man rond in de albergue. Hij is italiaans en moppert op alles en iedereen. Zo gauw hij in de buurt van iemand komt steekt hij ellenlange verhalen af maar niemand lijkt hem te verstaan. Wanneer we naar bed willen ligt hij in zijn onderbroekie op zijn bed zwaar te snurken. Wanneer dit zo de hele nacht doorgaat doet niemand een oog dicht. Ik maak hem wakker maar na wat gemopper gaat het nog 3x zo hard verder. Christien probeert het ook en de man wordt laaiend. Hij blijft door roepen en er komt geen eind aan. Ik probeer hem tot kalmte te manen maar het lijkt alleen maar erger te worden. Even later pakt de man zijn laken en kussen. We horen hem op de binnenplaats tegen de hospitaliere praten. De andere deur onder de poort gaat open en blijkbaar mag de man in de andere slaapzaal slapen. Hij haalt, nog steeds mopperend, nog wat spullen op en de rust is teruggekeerd. Als ik om 01.00 uur naar de wc ga, hoor ik hem onder de poort luid snurken.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

helma

Actief sinds 24 Maart 2014
Verslag gelezen: 330
Totaal aantal bezoekers 200048

Voorgaande reizen:

15 April 2014 - 15 September 2014

de weg naar Santiago de Compostela

Landen bezocht: